donderdag 15 augustus 2013

Donderdag veggiedag, deel twee

Ik had het al eens verteld, maar ik ben dus een flexitariër. Ik eet wel vlees, maar niet elke dag. Sinds een maand of twee heb ik ook zo goed als alle zuivelproducten vervangen door sojaproducten, een experiment waarvan ik hoopte dat het migraine aanvallen helpen voorkomen. En ja, het werkt voor mij! Ik lust niet zo heel graag soja, maar na twee maanden proef ik het verschil al niet meer, en het was een succesvol experiment. (joepie!!!)
Dit gezegd zijnde, mijn uitzondering op de regel is kaas. Dat kan ik niet missen. Ik lust het te graag, en er is geen alternatief te vinden voor de geitenkaas, cambozola, gorgonzola, en andere speciallekes waar ik de voorkeur aan geef.
 
Maar het ging hier over donderdag veggiedag, en ik dwaal af. Ten eerste, eet de gemiddelde Vlaming eigenlijk net iets te veel vlees. Uit plantaardige bronnen kan je ook voldoende proteïne halen, met een veel lager aantal calorieën dat eraan vasthangt, met een grotere hoeveelheid vezels, etc. Waarom ben ik dan flexitariër in plaats van vegetariër? Omdat ik wel graag vlees lust. En omdat een klein beetje vlees in je dieet ook geen slechte zaak is.
 
Ten tweede is het beter voor het milieu. Sojayoghurt heeft een kleinere ecologische voetafdruk dan gewone yoghurt, om een voorbeeld te geven. Veeteelt vergt meer van onze omgeving, dan plantaardige voedingsmiddelen.
 
Ten derde vind ik het leuk. Ik beschouw het als een uitdaging om altijd opnieuw op zoek te gaan naar leuke, interessante, gezonde, en vooral lekkere vegetarische gerechten, en als ik ze niet vind zoals ik in gedachten heb, dan verzin ik zelf wel iets.
 
Een tijdje geleden stond Risi e bisi op het menu. De tijd ontbrak mij echter om direct werk te maken van een blogberichtje.
 
Dit is geen recept dat ik volledig uit mijn duim gezogen heb. Ik zag Rick Stein het ooit maken op TV, en ik dacht hmmm... dat kan niet slecht zijn. Maar een paar dagen later was ik het eigenlijk vergeten.
 
Een paar jaar later leerde ik risotto maken, en ik had een aha-moment. Sindsdien maak ik het heel regelmatig, in allerlei vormen en varianten. En zo ook risi e bisi, of erwtjesrisotto. Het is eigenlijk een klassieke combinatie uit de Italiaanse keuken, meer bepaald uit Venetië. Het dateert al uit de 16de eeuw, en werd op 25 april klaargemaakt voor de viering van de patroonheilige van de stad.
 
Traditioneel is risi e bisi vloeibaarder, meer tussen soep en risotto in, noch het een, noch het ander, maar daar doe je natuurlijk mee wat je wil.
 
Maar we zullen eens aan de slag gaan, en het klaarmaken, in plaats van erover te praten.
 
Wat heb je nodig (voor 4 personen)?
 
- 400g risottorijst (arborio of carnaroli)
- een sjalotje
- een glas droge witte wijn
- olijfolie
- een 2-tal l bouillon van groenten en tuinkruiden (de hoeveelheid hangt af van hoe vloeibaar je de risi e bisi wil maken, maar ik maak liever wat teveel dan wat te weinig)
- 500 g diepvries erwtjes
- 100 g Italiaanse kaas (meestal wordt Grana padano of Parmezaanse kaas gebruikt, maar probeer zeker ook eens Provolone of Pecorino, ook zeker de moeite waard)
 
 
En hoe begin je eraan? Makkelijk
 
- Snipper de sjalot fijn, rasp de kaas, en zet alle ingrediënten klaar, zodat je vlot kan verderwerken.
- Fruit de sjalot glazig in wat olijfolie. Doe de rijst erbij, en bak kort mee. Goed roeren, zodat alle rijstkorrels een laagje olijfolie hebben.
- Als de rijstkorrels glazig beginnen te worden, voeg dan de witte wijn toe.
Blijf roeren tot de wijn geabsorbeerd is, en voeg een lepel bouillon toe, en opnieuw blijven roeren.
- Het vuur mag niet te warm zijn, de risotto mag niet koken, maar heel zachtjes sudderen.
- Blijf roeren en bouillon bijdoen tot de rijst half gaar is. Als je een korrel in twee bijt, moet hij aan de buitenkant zacht beginnen te worden, maar nog een harde kern hebben.
- Doe de erwtjes bij in de pan, en blijf opnieuw roeren en bouillon toevoegen, tot de erwtjes gaar zijn, en de risotto al dente. Als je de risotto nu graag wat vloeibaarder wil, kun je nog wat extra bouillon toevoegen.
 
 
 
 
- Doe de kaas bij in de pan, roer goed tot alles gesmolten is. Proef en kruid af met peper en nootmuskaat. Je kunt er nog verse kruiden bijdoen, maar eigenlijk hoeft dat voor mij niet echt, ik vind het perfect zo.
- Ik zet op de tafel altijd nog een grote punt kaas, en een rasp. Er hoort voor mij nog een genereuze portie kaas over geraspt worden, maar dat is ieders eigen keuze.
 
 
 
 

Smakelijk!!!

zaterdag 13 juli 2013

Zalige zomerdagen

Ik kan dan misschien niet altijd even goed tegen de warmte, maar zomer blijft toch wel mijn favoriete seizoen, en ik kan er enorm van genieten.
 
Alle beloftes van de lente worden ingelost, en de geur van bloemen en bomen hangt zwaar en zwoel in de lucht. De geur van  het gras, als het pas geregend heeft, is beter dan het beste parfum.
 
Ik heb maar heel weinig nodig om mijn zomergevoel op volle toeren te laten draaien.
 
Ik loop op blote voeten door de tuin, zo vaak ik maar kan. Het gevoel van gras onder mijn voeten, is een van de beste dingen aan de zomer.
 
 
Ik ben verzot op slaatjes van allerhande samenstelling, en zomer is hier gewoon het beste seizoen voor...
 
 maar de pluksla, peterselie en basilicum uit mijn moestuinbloembakken en potten, ontbreken zelden uit eender welke maaltijd, zeker als ik niet moet werken, en dus tijd heb om te plukken naar hartelust...
 
 
Tussendoor bewonder ik mijn babycourgetjes, en ja ik praat er ook tegen...
 
 
 
En daarna loop ik naar de struiken en bomen, die ons voorzien van klein fruit, om een dessertje of een tussendoortje bijeen te sprokkelen...
 
 
 
 
 
 
 
Hoe laat ik ook thuiskom van mijn werk, er is altijd nog volop licht voor lange wandelingen, vol met prachtige uitzichten...
 
 
 
 
 
...bosjes klaprozen (mijn lievelingsbloem, zo ongrijpbaar en ontembaar, maar instant happyness op een stengel)...
 
... en vooral de concerten en symfonieën van brulkikker, krekel, zangvogel, en het gefluister en geritsel van de bomen, (dat ik niet met jullie kan delen, omdat je er gewoon middenin moet staan) waar ik zo van kan genieten, waar ik helemaal stil van wordt (en wie mij kent weet hoe zeldzaam dat is) maken mijn kleine dagelijkse wandelingen tot een klein stukje hemel.
 
En toch...
De zomer is niet het ideale seizoen voor haken en breien, wegens de warmte van het werk dat op je schoot ligt, en dus, kijk ik heel stiekem toch al een beetje uit naar een beetje koeler weer...
 
Ook al ben ik verliefd op de zomer, wanneer hij ons weer verlaat, zal ik blij zijn dat de herfst en de winter eraan komen, met hun eigen charmes, en hun eigen karakter, en ook op hen zal ik waarschijnlijk wel weer verliefd worden.
 
Wat is jullie favoriete seizoen? 


zaterdag 8 juni 2013

Moestuinplezier

Dit jaar heb ik weer goeie voornemens gemaakt wat betreft het kweken van wat groentjes.
Niet om het hele jaar uit eigen hof te eten, maar omdat ik het keiplezant vind om courgetjes te gaan plukken en ze direct te verwerken. Omdat gele courgetjes lekkerder zijn dan groene, maar ge vindt ze nergens.
 
Omdat butternutpompoen ongelooflijk lekker is, maar ze vragen er veel geld voor in de winkel, en het is gewoon plezant om ze te gaan bewonderen terwijl ze elke dag groeien, en groeien, en groeien.
 
Omdat patisson al even lekker is als butternutpompoen en gele courgette, en nog moeilijker te vinden in de winkel.
 
Nu, ik ben een lui aangelegde moestuinierster (is dat een bestaand woord?), dus kweek ik zoveel mogelijk in potten en bakken, omdat ik dan minder onkruid moet uitdoen.
 
Ik heb dit jaar gezaaid: groene en gele courgette, butternutpompoen, rucola, gemengde aziatische pluksla, platte peterselie, bieslook en chinese bieslook, basilicum, en last but not least: rode snijbiet.
 
En deze schattige, kleine babyplantjes steken al voorzichtig hun kopke door de potgrond.
 
 
Aziatische pluksla



 
 
Rucola


Courgette

Basilicum


En opnieuw, last but not least, de rode snijbiet
 
Ik sta er bijna elke morgen, middag en avond naar te kijken, zo plezant vind ik het, en ik praat er tegen ook. Of jullie dat nu onnozel vinden of niet, ik vind dat nu eenmaal plezant, en ik heb van de plantjes nog nooit klachten gehoord, dus ze zullen er wel niks op tegen hebben.
 
Allez, ik ga jullie laten, en mijn plantjes nog wat bewonderen.
 
Daaag!

vrijdag 24 mei 2013

Kaneelbroodjes? Mmmmm...

 Bakken kan toch zo plezant zijn he. Ik zou het elke dag kunnen doen, alleen al voor alle geuren die eerst de keuken, en daarna het hele huis parfumeren...
 
Maar wat ge bakt moet ge ook opeten, en dat is heel slecht voor de lijn van mij en mijn huisgenoten. Dus beperk ik mij zo'n beetje tot speciale gelegenheden, met heel af en toe ook een baksel gewoon voor de goesting.
 
Mijn 30ste verjaardag (en ik kan het eindelijk zeggen zonder er een zucht bij te laten) was dus de ideale gelegenheid voor een beetje bakplezier. Ik wou namelijk de leukste collega's die ik ooit al gehad heb trakteren op verse kaneelbroodjes, eigenlijk een recept waar ik mijne paps voor moet bedanken.
 
 
Ze hebben altijd succes, en als bonus ruikt heel het huis naar kaneel (en ik ben verslaafd aan kaneel).
En ze zijn vooral helemaal niet moeilijk.
 
Het was ook een recept dat ik de moeite waard vond om op te nemen in mijn receptenverzamelboek (als dat de juiste benaming is), het leukste cadeau dat ik ooit gekregen heb.
 
 
En ja, het is eigenlijk Duits, maar ik ben fier op mijn Duitse roots, dus dat vind ik niet erg. Ik schrijf er alleen recepten op die ik geërfd heb, of die ik echt de moeite vind.
 
 
 
Het recept? Natuurlijk krijgen jullie dat, met de complimentjes van den Bompa (die eigenlijk mijn vader is, maar die voor iedereen Bompa heet sinds hij 18 jaar geleden bompa werd van zijn eerste kleinkind.
 
Ingrediënten voor 20 tot 30 broodjes
 
Voor het gistdeeg:
- 120 g boter
- 500 ml melk
- 3 theelepels gist (komt overeen met één zakje droge gist van Bruggeman)
- 150 g suiker
- 800 g vloeiende bloem (met bloem voor wit brood krijg je een stevigere structuur)
- 1 theelepel zout
 
Voor de afwerking:
- enkele klontjes boter (zacht, niet uit de ijskast)
- 100 g bruine suiker
- kaneelpoeder naar believen (bij mij mag het goed veel zijn), kan ook vervangen worden door bijvoorbeeld gemengde speculaaskruiden, je kan ook geweekte rozijnen toevoegen of kleine stukjes appel, gebruik gerust je fantasie.
 
 
Bereiding
 
-Smelt de boter en voeg de melk toe. Voeg, wanneer dit mengsel ongeveer op lichaamstemperatuur is, de suiker en de gist al roerend toe.
 
- Doe de bloem en het zout in een grote mengkom, maak een kuiltje in het midden, en voeg langzaam het gistmengsel toe, terwijl je alles mengt in het kuiltje. Ik gebruik mijn handen, met een lepel een brooddeeg mengen gaat echt moeilijk, en je krijgt je mengsel zo nooit mooi egaal.
 
- Blijf mengen tot je een bol mooi glad, en vooral soepel deeg bekomt, en kneed nog even goed door. Brooddeeg moet voldoende gekneed worden om de gluten in de bloem aan het werk te zetten.
 
 
- Dek het deeg af (met ofwel een vochtige handdoek, of met plasticfolie), en laat het op een warme plaats rijzen tot het deeg in volume verdubbeld is.
Op dit punt kan je bijvoorbeeld het deeg in twee verdelen, en het deeg kan afgedekt enkele dagen in de koelkast bewaard worden, om op een later tijdstip afgewerkt en afgebakken te worden. Als je al het deeg ineens wil gebruiken, heb je minstens 2 bakplaten nodig. Om te verwerken deel je het deeg sowieso best op in 2. De volledige hoeveelheid is iets te groot om makkelijk uit te rollen.
 
- Verwarm de oven voor op 240 graden.
 
- Rol het deeg uit tot een rechthoek met een dikte van 1/2 cm. Vergeet niet om je werkoppervlak en je deegrol royaal te bebloemen voor je begint uit te rollen. Het is een soort van koekenbrood-achtig deeg, en dus kleveriger dan gewoon brooddeeg.
 
- Leg er wat kleine vlokjes boter op, meng de bruine suiker met de kaneel, en verdeel over het deeg. Hou nog een klein beetje van dit mengsel apart.
 
 
- Rol op in de lengte, en snijd in stukken van ca. 4 cm breed. Zet de spiraaltjes van deeg mooi rechtop op een met bakpapier bekleedde plaat. Je moet de rolletjes deeg misschien wat terug in vorm brengen, aangezien ze wat plattekes kunnen worden van de druk van het mes, als je ze snijd.
 
- Strooi het laatste beetje suiker en kaneel over de broodjes vooraleer je ze in de oven zet. Als alternatief, als ge schoon blinkende broodjes wilt kunt ge ze ook instrijken met een eidooiertje dat wat losgeklopt is met een klein beetje melk. Of ge er dan daarna nog suiker over strooit, unt ge zelf kiezen, maar dan ziet ge natuurlijk niet meer zo goed hoe mooi uw broodjes blinken.
 
 
- Ik zet persoonlijk de oven 20° lager zodra ik de broodjes erin ga zetten, maar dat hangt natuurlijk een beetje af van uw oven en diens enthousiasme temperatuursgewijs. Bak de broodjes 10 tot 12 minuten.
 
- Als ze er zo uitzien...
 
 
... dan mogen ze eruit.
 
- Laat de broodjes afkoelen op de plaat. Als ze pas uit de oven komen zijn ze zo zacht dat je bijna denkt dat ze nog niet gaar zijn. Ze zijn wel gaar, ze hebben alleen wat tijd nodig om dat zelf ook te beseffen.
 
Zelf vind ik de broodjes op hun lekkers, als ze net genoeg afgekoeld zijn om te eten, maar nog warm zijn. Dan is de gekaramelliseerde bruine suiker nog kleverig.
 
Ik moet nu stoppen met typen aan dit bericht, want hoe meer ik jullie vertel over kaneelbroodjes, en hoe makkelijk ze te maken zijn, hoe meer zin ik krijg om zelf nog een portie te maken. En das weer slecht voor de taille.
 
Dus, ik laat het aan jullie over. Ik ben zoals altijd benieuwd naar wat jullie er van vinden, en hoe het bakken je verging, dus hou mij op de hoogte.
 
Smakelijk!!!
 
 
 
 
 
 





zondag 12 mei 2013

Brownies en blondies

Brownies, dat kent iedereen wel. Maar blondies, wat zijn dat dan?
Daar kom ik straks aan toe. Eventjes geduld.
 
Ik wou vandaag de mensen van de hondenschool trakteren op wat lekkers, ter ere van mijn nieuwe voordeur. Ik ben 30 geworden, en ik begin er eindelijk, na bijna een week, aan te wennen, aan die drie, en ik vind het hoe langer hoe minder erg.
 
Maar om vandaag te trakteren, moest ik dan gisteren wel bakken, als je van "moeten" kunt spreken. Bakken is namelijk alles behalve een straf voor mij.
 
Wie mijn pagina op facebook volgt, kon gisteren al zien dat er een experiment in de maak was, en de getrakteerden van vandaag waren dus mijn proefkonijntjes.
 
Het experiment? Awel, dat was in de eerste plaats een brownieversie van een cake van Nigella, die ik vorige week maakte als dessert voor mijn verjaardagsfeestje, de Chocolate Guinness cake. Deze was ons al allemaal heel goed meegevallen, die bewuste dag, en hij was verdwenen voor ik er een fotootje van kon maken.
 
Dan het experiment: De cake was al brownie-achtig, kruimelig bovenop, maar dens en decadent vanbinnen, maar ik heb de verhoudingen een beetje veranderd, en het cacaopoeder vervangen door gewone, goeie bittere chocola, voor nog meer decadent chocoladegenot.
 
Het is een experiment dat ik zeker iedereen zou aanraden, en in de spirit van moederkesdag zou ik zeker zeggen: Dochters en zonen, maak het voor die lieve, lieve mama, die altijd klaarstaat, en vaders, help jullie kinderen om een brownietje te bakken voor de liefde van je leven. Liefde gaat echt  wel door de maag hoor.
 
En daarom, het recept!
 
 
Ingrediënten:
- 250 g ongezouten, goeie boter.
- 95 g bittere chocolade (zeker geen melkchocolade)
- 400 g kristalsuiker
- 150 g zure room
- 2 grote eieren
- 1 eetl vanille extract
- 275 g zelfrijzende bloem
- 1 koffielepel bakpoeder
- en last but not least, de twee geheime ingrediënten, liefde en Guinness (maak je geen zorgen, de alcohol verdampt in de oven, en alleen de smaak schiet nog over)
 
Bereiding:
 
- Verwarm de oven voor op 180°, en bekleed een rechthoekige ovenschaal met bakpapier. Daar heb ik bij Jamie Oliver op TV eens een keigoe trucske voor gezien. Knip uw papier op maat, verfrommel het tot een bolletje, en maak het nat onder de kraan. Het bakpapier is nu veel soepeler, en volgt mooi de vorm van uw ovenschaal.
 
 
Tadaa! (keigemakkelijk)
 
- En dan, het echte werk. Giet de Guinness in een vrij ruime kookpot, en verwarm zachtjes. Zeker niet laten koken, want dit maakt het bitter. Voeg de boter in klontjes toe, en de chocolade, en laat voorzichtig doorwarmen tot alles gesmolten is. Voeg dan ook de suiker toe, en roer tot deze mee goed opgelost is. Laat het mengsel al een beetje afkoelen. Uw keuken begint stilaan meer en meer de ruiken als een brouwerij, maar dit is normaal.
 
- Neem een grote mengkom en klop hierin de zure room, de eieren, en de vanille goed los tot een mooi glad mengsel.
 
- Roer het bier-en-chocoladesoepje langzaam onder het zure-room-eiermengsel. Langzaam is de boodschap. Als je teveel warme vloeistof ineens erbij giet, krijg je gewoon zoet roerei, geen browniedeeg.
 
 
- Voeg als laatste de bloem en het bakpoeder toe. Eigenlijk zou je het moeten zeven, maar dat kan ik mij niet aantrekken. Iets langer goed roeren, en dan zijn de klonterkes ook weg. Het is heel vloeibaar, bijna dikke chocomelk, maar blijf kalm. Alles komt goed.
 
- Giet het deeg in de ovenschaal, bak gedurende 45 minuten, en laat volledig in de vorm afkoelen. Snijd daarna uw brownies op de gewenste grootte, en serveer aan uw proefkonijnen.
 
Ik kon niet wachten om te proeven, en ik vond het zo leuk dat mijne molen alweer begon te draaien. Ik zei tegen mezelf (ik praat wel vaker tegen mijzelf): Als het gaat met bittere chocolade, waarom dan niet met witte? Hmmm, en de Guinness, die misschien minder past bij witte chocolade, vervangen door iets lichters,....
 
Jawel, ik zie dat zitten, en ik begon eraan. Dit kunde dan ook bakken voor de mama, he mensen, uiteraard krijg je ook dit recept erbij.
 
Ingrediënten
 
- 95 g witte chocolade
- 200 g kristalsuiker (witte chocolade is al zoeter, dus moeten we dat compenseren)
- 150 g yoghurt (is wat lichter dan zure room, om de belasting van de lever wat binnen de perken te houden)
- 2 grote eieren
- 1 eetl vanille extract
- 275 g zelfrijzende bloem
- 1 koffielepel bakpoeder
- en het geheime ingrediënt is deze keer Boscoulis (het fruitbier van het anker, ik vind dat keilekker, en wil natuurlijk het bier uit mijn streek promoten, maar je kan ook een zoete Kriek of Framboise nemen)
 
Bereiding:
 
- Eigenlijk dezelfde  werkwijze als het eerste experiment.
 
- Oven voorverwarmen, ovenschaal bekleden.
 
- Bier verwarmen, chocolade en boter erin smelten, suiker toevoegen.
 
- Eitjes, yoghurt en vanille loskloppen. Biersoepje toevoegen, goed roeren.
 
- Bloem en bakpoeder toevoegen, nog eens goed roeren.
 
- In de ovenschotel gieten, en 45 minuten bakken.
 
- In de vorm laten afkoelen.
 
En vanwaar nu blondies in plaats van brownies? Wel ja kijk zelf maar.
 
 
Ze zijn lichter van kleur, en eerder goudblond dan bruin, dus heb ik ze blondies gedoopt.
 
En ik kon het niet laten om wat met het kleurverschil te spelen.

 
Ik zou zeggen: Presenteer ze aan de mama met een dikke kus, en proef er vooral zelf ook eentje.
 
Smakelijk!

woensdag 1 mei 2013

Lente

De lente laat zich eindelijk voorzichtig voelen.

Halleluja!

En dan kom je in de tuin zo van die zalige verrassingen tegen, zoals dit:


Schattige trosjes kersenbloesem aan onze kersenbomen...

Heerlijk om te bewonderen. In Japan organiseren ze zelfs feesten, ter ere van de kersenbloesems, om dan gewoon in groepjes tussen de bomen te wandelen en te genieten. Dat deden ze vroeger tenminste. Als ze gestopt zijn, dan is het alleszins hoog tijd dat ze er terug mee beginnen.  Tussen onze twee bomen zijt ge nogal rap uitgewandeld, anders gaf ik zelf een kersenbloesem feestje.

Verder werd ik nog beter gezind van dit:


En van ons Erin die riep: 'Tante Mien, kom eens kijken, trek is een foto van mijn toren!'


En de daaropvolgende discussie of de toren meer leek op die van Rapunzel of Doornroosje.

En van onze kruising tussen kalf en wolf die de kat besluipt, en daarbij zo optimistisch is om te denken dat de kat hem niet gezien heeft.


Hier werd ik nog gelukkiger van:


Breien onder het Duitse zonnetje, en onder de muzikale begeleiding van Duitse vogeltjes, en onder het waakzame oog van onze twee viervoeters, die duidelijk ook genieten van het Duitse zonnetje, terwijl ze wachten tot ik eindelijk een van die twee onnozele dunne stokjes ga weggooien zodat erachter kunnen lopen.


En eindelijk sandalen kunnen dragen zonder koude tenen te hebben!


Gelukkig zijn er zoveel dingen waar een mens op bescheiden wijze gelukkig kan van worden, als een soort van tegengewicht voor alles wat zich tegenwoordig op onze wereldbol afspeelt, en waar een mens eerder wat minder gelukkig van zou worden.

Waar worden jullie zoal gelukkig van deze lente?








donderdag 28 maart 2013

Donderdag veggiedag

Wij zijn zeker geen vegetariërs, maar eerlijk is eerlijk. De gemiddelde Belg eet net ietsje teveel vlees.
En een dagje of twee zonder vlees in je weekmenu inbouwen kan daar een beetje evenwicht in brengen. Je kunt perfect een gezonde, verrassende, lekkere maaltijd in elkaar draaien zonder dat daar vlees aan te pas hoeft te komen.

Wij doen dat al een tijdje. Hoe heet dat nu weer? Flexitariërs? Nu ja, dat zijn wij dus met veel plezier.
Voor veggie inspiratie val ik regelmatig terug op dit kookboek. 


Favorieten zijn een chili sin carne met korstje van maïsbrood, enchiladas, en toad in the hole.

Dit keer was het echter een eigen uitvinding, en eentje die goed bleek mee te vallen: een curry die bijna Thais te noemen was, met basmatirijst.

Zag er zo uit:

 
En helemaal niet moeilijk.

Verhit wat olie in een kookpot, en doe daar knoflookpasta bij, wat geraspte gember, en een koffielepel currypasta. Doe er ook wat kruidnagel en kardemom bij.

Laat heel eventjes bakken, en doe er een blik kokosmelk,  en één of twee blikken tomatenstukjes. Doe ook nog een blik kidneybonen en een blik kikkererwten open. De kidneybonen zijn wel niet Thais, maar ze kleuren mooi in de saus.

Spoel de blubber goed van de peulvruchten, en doe ze bij in de saus. Ik doe er zelf ook een handjevol quinoa in, maar das optioneel. Het dikt de saus goed in, en het is ook nog eens ongelooflijk gezond.

Ok. Back to the point. Er kwam ook nog broccoli aan te pas. Proper gemaakt en fijngesneden terwijl de peulvruchten gaar worden, dan bij de rest in de pot gedaan, en de rijst gekookt.
Laat de broccoli niet te gaar worden, ik ben zelf een heel grote fan van al dente groenten, maar in zo'n stoofpotje is het allesbehalve smakelijk als hij overgaar is.

Je kunt er eventueel wat yoghurt bij serveren. Dit is zeker een goeie oplossing wanneer blijkt dat je iets te enthousiast bent geweest met de currypasta, maar anders is het ook lekker.

En, ik zou zeggen, smakelijk!

woensdag 27 maart 2013

Onze kleine

Herinner je je een blogberichtje van in december, waarin ik de nieuwste telg uit ons (weliswaar kleine) gezinnetje voorstelde?

Het ging toen over een klein, schattig, pluizig pupje, van 8 weken oud.

Liam van de Wolvenvallei, 8 weken oud.

Toen was hij nog schattig, niet waar? Wel, zoals dat gaat, werd hij groter...
Liam van de Wolvenvallei, 3 maanden oud
... en groter!                                                        

Liam van de Wolvenvallei, 5 maanden oud.
Ter vergelijking: Liams (kleine) grote zus Henna, 4 jaar oud.
Op deze foto is hij nog maar 5 maanden oud!
Mensen die hem een week niet gezien hebben, verschieten zich een bult, en vragen direct of we roze korrel onder zijn brokskes mengen.

Dat kleine, handige puppybenchke waar hij al zijn dutjes in deed, barstte stilaan uit zijn voegen, waardoor er een ander, groter (op één na grootste formaat) in de plaats moest komen.


En blij dat hij er mee was.

Wat mij betreft mag het een nieuw spreekwoord worden: in plaats van groeien als kool, groeien als Liam.

Wat ook groeit als kool, en waar ik heel blij om ben, wegens dan toch nog enig lentegevoel te hebben als ik in de richting van mijn venster kijk, zijn mijn ongelooflijk goed gezinde narciskes.

Wat ben ik toch DOL op narciskes, en al helemaal als het verschrikkelijk deprimerend weer is. Het is het soort bloem dat het u onmogelijk maakt om depressief te blijven. En dus eindigen we met een vrolijke vervuld-van-lentebloemen-en-happy-thoughts-glimlach.

Tot de volgende keer maar weer!





woensdag 20 maart 2013

Schatten op zolder

Het is verbazingwekkend, wat ge allemaal kunt vinden in uw eigen huis. Het is echt waar, wat ze op TV zeggen. Ge kunt werkelijk schatten op zolder liggen hebben, en het gewoon ni weten.

In het geval van mij en mijn mama gaat het eerder over schatten van emotionele aard.

Onlangs waren we aan het rommelen in een plastic zak met lapjes stof, die nog van mijn grootmoeder geweest was. En tussen de lapjes vonden we twee vierkante stukjes patchwork, even groot, in dezelfde kleuren. De beginsels van een schattig kussentje.









Ik herinner me dat ze met veel geduld ongelooflijk mooi handwerk maakte. Kanten gordijntjes, kleedjes, prachtig geborduurde taferelen en blijkbaar ook patchwork.

Mijn grootmoeder is intussen alweer 9 jaar geleden gestorven aan kanker.

Wanneer is ze eraan begonnen? Voor of na de diagnose? Waarom maakte ze het nooit af? Schoot uiteindelijk de tijd tekort?

Ik weet niet waarom het kussentje bleef liggen, maar ik zou het heel spijtig vinden om het onafgewerkt weer terug in de kast te leggen.

Ik speel al een tijdje met het idee om patchwork te leren maken, en zeg nu zelf: bestaat er een betere reden dan deze?

Een herinnering aan mijn grootmoeder vervolledigen, zodat ik er elke dag naar kan kijken? Daar wil ik het wel voor doen.

Het afgewerkte product krijg je vast en zeker ook nog te zien.